Sluis Eefde is 'proeftuinproject' voor smart maintenance
De actuele uitdagingen in de infrasector vragen om onderhoud dat ‘just in time’ plaatsvindt. Niet te laat om te voorkomen dat iets kapot gaat en niet te vroeg om kostenverspilling tegen te gaan.
Dat vergt een slimme aanpak en de inzet van nieuwe ontwikkelingen, zoals sensoriek, datavoorspellingsmodellen, big data en het Internet of Things (IoT). Het doel is om het onderhoud van infrastructurele werken uiteindelijk 100% voorspelbaar maken. De sluis bij Eefde is in dit kader voor Rijkswaterstaat een bijzonder en innovatief project: een zogenaamde ‘proeftuin’. Rijkswaterstaat, Mobilis, Croonwolter&dros, IFM, Spie, BAM, EnerGQ, C-Cube, KE-works en Universiteit Twente ontwikkelen op dit project samen nieuwe manieren van conditiemonitoring en smart maintenance. Het project is tevens onderdeel van het interne programma bij Rijkswaterstaat (Vitale Assets) rondom smart maintenance.
Ruud Schoenmakers
Veel infrastructuur is verouderd
Doel van deze en andere proeftuinen is de opgedane kennis en ervaring breed onder opdrachtgevers en onderhoudspartijen in de infra te delen. Het overgrote deel van de infrastructuur in ons land is oud of verouderd. Actie is nu vereist om te voorkomen dat er binnen enkele jaren onverwachte grote (spoed-)vervangingen noodzakelijk blijken of onveilige, onbetrouwbare en oneconomische situaties ontstaan.
‘Nuttige informatie ontsluiten’
Ruud Schoenmakers is asset manager bij Mobilis. Hij is, behalve voor de assets van Mobilis, ook integraal verantwoordelijk voor de elektrotechnische en werktuigbouwkundige assets van Croonwolter&dros. Ruud vertelt: “De nieuwe sluis hangt vol met sensoren. Zo ontsluiten we allerlei nuttige informatie over draaiuren, looptijden en nog veel meer. We meten 24/7 het elektriciteitsgebruik, maar ook vibraties en het olieverbruik in machines en tandwielkasten. Daarnaast doen we conserveringsmetingen aan de sluisdeuren. We meten de conditie van de verflaag al voordat er zichtbare roestvorming optreedt. Al deze data verwerken we in ons technisch beheersysteem. Vervolgens bekijken we wat we ermee kunnen. Zo zijn de vervangingsmomenten van de installaties bijvoorbeeld afgestemd op grote onderhoudsmomenten als conservering. En als je bijvoorbeeld kunt voorkomen dat de deuren van de sluizen er op een bepaald moment uit moeten voor groot onderhoud, is dat grote winst. Het scheelt zomaar twee weken niet-beschikbaarheid. De info die we voortdurend toevoegen is verrijkend, zorgt voor leermomenten en, heel belangrijk, kan aanleiding geven tot directe en integrale actie. Zo hebben we al twee keer een storing zien aankomen. En voorkomen…”