Nul-op-de-meter-tunnel A16 maakt ambities waar
De A16 Rotterdam krijgt de eerste energieneutrale tunnel van Nederland. De betrokken duurzaamheidsexperts zijn enthousiast over de integrale duurzame opzet. Zowel in de ontwerp-, bouw- als gebruiksfase is nagedacht over impact. De aanpak bij de energieneutrale Rottemerentunnel is een inspiratie voor hoe we in de toekomst kunnen bouwen met respect voor zowel mens als milieu.
Inzetten op groen bouwen is vooral een kwestie van bedenken en dóen. Door bewust groen en circulair te kiezen is de tunnel in de A16 Rotterdam na oplevering voor minimaal twintig jaar nul-op-de-meter. Net als bij een nul-op-de-meter-woning wordt daarbij net zoveel energie opgewekt als nodig is voor het gebruik. De integrale aanpak zorgt voor een mooie optelsom. De Rottemerentunnel gaat eind 2025 open en wordt gebouwd in opdracht van Rijkswaterstaat door bouwcombinatie de Groene Boog die naast Mobilis bestaat uit Dura Vermeer, BESIX, Van Oord en Croonwolter&dros. Met deze groene parels zoemen we volledig in op de 11 kilometer lange nieuwe verbinding tussen de A16/A20 bij het Terbregseplein en de A13 bij Rotterdam The Hague Airport. Groen en Groos is het motto van dit project. Minder, duurzamer en slimmer zijn de sleutelwoorden bij de werkwijze. Het resulteert in een reeks groene parels die dit project uniek maken.
Parel 1: Nul-op-de-meter-tunnel
De ambitie van opdrachtgever Rijkswaterstaat is om in 2030 klimaatneutraal en circulair te werken. Met de Rottemerentunnel zijn daarin mooie stappen gezet. Het doel om volledig energieneutraal te draaien tijdens de gebruiksfase is waargemaakt door verschillende technologieën en energieoplossingen te combineren. Dat begint door goed na te denken over het ontwerp, zodat minder energie nodig is voor de 54 installaties die de tunnel bevat. Verlichting is met 50% de grootste gebruiker van energie, gevolgd door energie- en noodstroomvoorzieningen (22%), ventilatoren (17%) en ‘gebouwen’ (11%). Voor al die systemen is ‘normaal’ net zoveel stroom nodig als voor een gemiddelde woonwijk.
- Energiezuinige installaties: Door de toepassing van energiezuinige installaties zoals LED-verlichting en gelijkspanning, wordt het energieverbruik geminimaliseerd.
- Gelijkspanning: Installaties zijn bijna allemaal geschikt voor gelijkstroom in plaats van wisselstroom. Door direct gebruik te maken van de gelijkstroom vanuit de zonnepanelen wordt omzetting voorkomen. Dat scheelt veel energieverslindende omvormers en adapters, die anders voor elk apparaat apart nodig zouden zijn. Bovendien werkt gelijkstroom efficiënter en betrouwbaarder.
- L-20 meting: Het verschil van dag en nacht zorgt voor een andere beleving voor de gebruikers van de tunnel. Bij donker is de overgang een stuk kleiner dan bij volle zon. Deze technologie meet de hoeveelheid daglicht bij de tunnelingang en stuurt op basis daarvan de verlichting aan. Hierdoor wordt onnodig energieverbruik door overbelichting voorkomen, wat bijdraagt aan de energieneutraliteit van de tunnel.
- Wit asfalt en witte wanden: Door het gebruik van lichte materialen op de weg en de wanden reflecteert het licht beter, waardoor er minder verlichting nodig is en dus minder energie wordt verbruikt.
- Zonnepanelen: Om alle installaties draaiende te houden zijn 10.000 zonnepanelen nodig die de tunnel voorzien van voldoende duurzame energie. Deze zonnepanelen leveren meer dan genoeg energie voor alle essentiële systemen in de tunnel. Alleen het moment van opwekken en gebruik kan uiten lopen, maar ook daar wordt over nagedacht.
- Energieopslag: Er loopt een innovatieve pilot om technieken te ontwikkelen voor energieopslag, zodat overtollige energie efficiënt kan worden bewaard voor later gebruik zoals in de nachtelijke uren.
- Gewapend onderwaterbeton: Door de inzet van gewapend onderwaterbeton is het gebruik van damwanden en beton aanzienlijk verminderd. Dit leidt tot minder grondstofgebruik en minder transportbewegingen, wat bijdraagt aan een lagere CO2-uitstoot. Omdat de onder water gebouwde vloer ook meteen de constructievloer is, was ongeveer de helft minder beton nodig.
- Minder damwanden: De slimme toepassing van bouwmaterialen en technieken heeft het aantal benodigde damwanden sterk gereduceerd, wat resulteert in minder materiaalgebruik en een kleinere ecologische voetafdruk.
- Materialenpaspoort: Als eerste tunnel in Nederland wordt bij dit project gebruik gemaakt van het materialen paspoort waarin zorgvuldig wordt bijgehouden welk materiaal waar en hoe is toegepast en gemonteerd. Het paspoort kan bijdragen in het hergebruik van materialen bij renovatie of aan het einde van de levensduur.
- Hergebruik staal, zand/grond en puin: De nieuwe verbinding sluit aan op de bestaande A16 en de N209 (Doenkade). Op meerdere locaties zijn viaducten en rijstroken aangepast en heringericht. Daarbij is vrijkomend materiaal van bestaande constructies zoveel mogelijk direct hergebruikt. Denk daarbij aan betonpuin dat als granulaat geschikt is gemaakt funderingsmateriaal onder de wegen rond het Terbregseplein en in het Lage Bergse Bos. Ook alle zand, grond, damwanden (wapenings-)staal en hulpbruggen krijgen een nieuwe ronde.
Parel 2: Duurzaam ontwerp
De integrale duurzame aanpak van de A16 Rotterdam komt ook sterk naar voren in het ontwerp van de tunnel zelf. Zo is een innovatieve oplossing bedacht voor de fundering van de 2,2 kilometer lange tunnelbak. Met dit ontwerp is ingezet op innovatieve bouwtechnieken die niet alleen het energieverbruik verminderen, maar ook de milieu-impact beperken.
Parel 3: Emissiearme bouwplaats
Op de bouwplaatsen – het zijn er meerdere tegelijk – van de A16 Rotterdam is zoveel mogelijk emissiearm gewerkt. Klein materieel is uiteraard elektrisch, bijvoorbeeld bij het afwerken van de tunnelwanden en aanbrengen van installaties. Daarnaast is voor zwaarder materieel zoveel mogelijk met groene stroom gewerkt, zoals de volledig elektrische asfaltset en elektrisch aangedreven lanceerneus.
- Elektrische neus: Een van de meest spectaculaire operatie bij de A16 Rotterdam was de bijzondere stalen lanceerneus die de delen van het nieuwe viaduct stuk voor stuk over het Terbregseplein schoof, zonder het verkeer op de A20 te hinderen. Die in het oog springende knalblauwe neus is 100 procent elektrisch aangedreven en volledig herbruikbaar bij andere projecten.
- Elektrische asfaltmachines: Bij het asfalteren van de wegen is gebruik gemaakt van volledig elektrische asfaltset, dus inclusief de walsen.
- Elektrisch aangedreven voertuigen: De volledige elektrificatie van handgereedschap, maar ook graafmachines minimaliseert de uitstoot verder en past binnen de bredere visie van het project om fossiele brandstoffen te elimineren waar mogelijk.
- E-CO2tainers: De inzet van drie E-CO2tainers op de bouwplaats zorgt ervoor dat elektrisch materieel ook op een duurzame manier kan worden opgeladen.
- HVO: Bij de bouw van de A16 is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van elektrisch materieel en voertuigen. Voor het echt zware werk is dat nog niet altijd mogelijk en is gekozen voor biobrandstof. Bij de inzet van zwaar materieel, zoals heimachines en keepers is gebruik gemaakt van HVO. Deze Hydrotreated Vegetable Oil zorgt voor 90 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van traditionele diesel.
De Rottemerentunnel loopt half verdiept door het Lage Bergse bos. Het tunneldak wordt ingericht tot een mooi gevarieerd bos- en recreatiegebied met een rijke samenstelling aan plant- en diersoorten, wat bijdraagt aan de biodiversiteit en de recreatieve waarde van de omgeving. In de speciale proeftuin naast het bezoekerscentrum Expo A16 Rotterdam is onderzocht welke boomsoorten het goed doen op het tunneldak. Alle aangrenzende gebieden van het tracé zoals het Terbregseveld, Vlinderstrik en het Schiebroeksepark worden opnieuw ingericht en met elkaar verbonden door fiets- en wandelpaden en een recreaduct, uniek in Nederland.
Redacteur: Ingrid Koenen
Parel 4: Groene omgeving
De Rotte en het Lage Bergse Bos zijn belangrijke recreatieve trekpleisters in het gebied. Zorgvuldige en groene inpassing en versterking van de leefomgeving heeft van begin af aan hoge prioriteit bij dit project.
Groene invulling van de omgeving: In dit project zijn de nieuwste inzichten op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid in de praktijk gebracht. Om geluidsoverlast door verkeer te voorkomen, wordt voor de A16 Rotterdam extra geluiddempend asfalt gebruikt (tweelaags zoab fijn). Tijdens de bouw zijn vleermuizennetten opgehangen zodat de tijdelijke situatie hun oriëntatie niet verstoord. Daarnaast verbeteren klimplanten langs geluidschermen en grondwallen de geluiddemping en verhogen de esthetische waarde.